Over een tweeling krijgen

Hier is-ie dan eindelijk: de holy-crap-on-a-cracker-we-krijgen-een-tweelingblogpost! Ik was al van plan om deze tijdens mijn zwangerschap te schrijven, maar om een of andere reden kwam dat er nooit van. Wie mij al langer kent, weet dat mijn blog altijd heel hard lijdt onder het zwanger zijn en krijgen van een baby, want ineens verschijnen er alleen nog maar wekelijkse updates en heb ik precies geen inspiratie meer om nog over iets anders te schrijven. Anyway, ik denk dat ik dit postje ga opdelen in twee stukken, eentje over wat ik tijdens de zwangerschap zou geschreven hebben en dan eentje over hoe ik het nu ervaar. Een nabeschouwing van mijn niet eerder geschreven blogpost eigenlijk. Ok? (Disclaimer: dit is een héél lange post geworden. U bent gewaarschuwd.)

Ik schreef hier al over de periode waarin we voor een tweede kindje gingen. Ik schreeuwde dat niet bepaald van de daken, maar de mensen wisten wel dat we zeker nog een broer of zus voor Elliot wilden. ‘t Is ook niet dat dat zwanger worden een moeilijk parcours was, maar doordat ik toen nog borstvoeding gaf, was het wel een beetje moeilijker. Toen ik dan die heel prille miskraam had, werd ik getroost en troostte ik mezelf met het idee dat dat vast gebeurd was omdat het nog niet het juiste moment was om zwanger te worden, dat er wel iets mis zou geweest zijn met het vruchtje, dat je na een miskraam extra vruchtbaar bent, enzovoort. And lo and behold, is dat nu echt waar of niet, ik weet het niet. Maar hier was het zo: nog geen maand erna was ik alweer zwanger, al wist ik het toen nog niet. (Toen we hoorden dat we een tweeling zouden krijgen, kreeg die heel vroege miskraam nog meer betekenis. Iemand zei me dat dat vruchtje van in september vast gewoon haar zusje vergeten was en nog eens was teruggekeerd om haar te gaan halen. Nog iemand anders redeneerde dat het vruchtje dat ik in september verloor spijt kreeg en de maand erna besloot opnieuw mee te komen. Voor sommigen vast heel belachelijk, maar ik vind die gedachtes heel schoon.)

Eind oktober gingen we met ons drietjes op citytrip naar Amsterdam. Toen ik op vrijdag vertrok was ik al 1 dag overtijd. Ik ben nóóit overtijd. Dat is in heel mijn leven (allez, sinds ik het echt bijhoud) nog maar 3 keer gebeurd, telkens als ik achteraf zwanger bleek te zijn. Omdat ik dat dus al 2 keer had meegemaakt wist ik eigenlijk donderdagavond al dat de kans er dik inzat dat ik zwanger was. Ik had die dag mijn regels moeten krijgen en dat was niet gebeurd. Toen ik zaterdagochtend in Amsterdam mijn zwangerschapstestje deed, was dat dus louter een formaliteit. Maar toch, ik vond het fijn om die bevestiging te hebben. Wat mij wel al meteen opviel was hoe donker de teststreep kleurde. Ik testte op exact dezelfde dag als bij Elliot (telkens op 3 weken en 6 dagen ver) maar het verschil was heel groot…

testen

Ik herinner mij dat ik die test aan mijn moeder toonde en in de januarigroep postte en grappend iets zei in de aard van ‘Straks is dat nog nen tweeling, seg!’ Enkele dagen later liet ik, opnieuw op exact dezelfde termijn als bij Elliot, een bloedafname doen. Mijn hcg was zogoed als dubbel zo hoog als 2 jaar ervoor. De huisarts zei dat dat op zich niks hoefde te betekenen, dat hCG van vrouw tot vrouw en zelfs van zwangerschap tot zwangerschap kan verschillen. Ik stond er dus nog niet al te veel bij stil en was gewoon blij dat mijn hCG op in de 1000 stond in plaats van de luttele 17 die het de maand ervoor was geweest. Bij de gynaecoloog kon ik pas langs op 8w5d dus het was nog eventjes wachten doordat ik al zo vroeg wist dat ik zwanger was. Een beetje bang afwachten ook wel, want na de maand ervoor was ik bang dat het opnieuw mis zou lopen. Toch sprak ik mijzelf moed in: dat zou toch wel geen twee keer na elkaar gebeuren? Net zoals bij Elliot kwam het idee van een tweeling soms ineens in mij op, maar aangezien dat bij Elliot ook niets bleek te zijn, zou dat nu ook wel het geval zijn, dacht ik.

27 november. Twee dagen na de verjaardag van Klaas. Mijn langverwachte afspraak bij de gynaecoloog. We waren maar nipt op tijd, dus ik was voor de deur uitgestapt terwijl Klaas parkeerplaats ging zoeken. Ik ging al binnen en sloeg een babbeltje met de gynaecoloog. Ze zei dat ze de maand ervoor een bloedresultaat van mij had zien passeren, maar dat dat eigenlijk zelfs niet echt een miskraam was geweest, dat dat vruchtje wellicht zelfs niet eens was ingenesteld. We praatten over de mythe van het extra vruchtbaar zijn na een miskraam en dat zij dat in haar praktijk inderdaad wel vaker zag. En ik vertelde over mijn donker teststreepje, het hoge hCG en zei: ‘Straks is ‘t nen tweeling, haha hoho!’ Ze lachte een beetje en zei ‘Joah, we zullen straks eens zien, hé.’ Klaas kwam binnen, kreeg felicitaties en ik mocht plaatsnemen op de tafel voor de echo. Ik was zenuwachtig. Mijn grootste bekommernis was het hartje. Dat zou toch wel kloppen, hé? Ik moest en zou een kloppend hartje zien en horen. De gynaecoloog keek wat rond en ik zag twee vlekjes. Omdat ze de echostaaf nog wat heen en weer aan ‘t bewegen was dacht ik dat ze nog geen duidelijk beeld had en dat ik gewoon een hoofdje en voetjes zag. En ineens zei ze een beetje onwennig: ‘Ja… ‘t Zijn er twee…’

echo

Man. Mijn kin zakte op de grond, ik keek verbluft naar Klaas en zei: ‘Wá?! Gódverdomme!’ (Sorry, moeke. :)) Ik vroeg meteen of ze kon zien of het eeneiig of twee-eiig was, maar ze wou eerst checken of alles ok was. Gelukkig zat de grootte van de kindjes netjes op schema en in plaats van dat ene kloppende hartje dat ik wou horen en zien, kregen we er twee voorgeschoteld. Daarna kon ze ook meteen vertellen dat de kindjes eeneiig waren. Ze rondde haar onderzoek af en toen ik weer naar Klaas keek (die zat naast mij, aan de andere kant van het beeldscherm) zag ik die met gekruiste armen helemaal onderuitgezakt op zijn stoel zitten, haha. Grappig en triestig tegelijk, en een torenhoog cliché. :)

Na extra info gekregen te hebben (meer controles bij de gynaecoloog, verplichte rust vanaf ongeveer halverwege de zwangerschap en zeker niet thuis bevallen) konden we weer naar huis. We begonnen te panikeren en Klaas freakte dat we zeker nog moesten verhuizen voor de kindjes geboren werden en dat hij onze break zou moeten inruilen voor een lichte vracht. Ik was ook met de praktische kant bezig, maar bij mij was het meteen veel emotioneler. Hoe zouden we dat doen, zo met twee kindjes tegelijk?

We zijn er heel de zwangerschap vrij positief over gebleven. Er worden elke dag tweelingen (meerlingen zelfs) geboren en die ouders krijgen dat toch ook gebolwerkt? Dan zou dat ons vast ook wel lukken. En we hadden Elliot al, onze eerste pannenkoek, en dus hadden we al wat voeling met baby’s en peuters opvoeden. Een pamper verversen zou sowieso geen 20 minuten meer duren. Wanneer we mensen vertelden dat we een tweeling verwachtten, kregen we heel uiteenlopende reacties. Sommigen keken ons vol medelijden aan en reikten ons de wel heel steunende woorden ‘Liever gij dan ik’ of ‘Amai, ge zult weten wat doen’ aan. Daar waren we dus echt niks mee en het gaf ons ook een heel ongemakkelijk gevoel. Maar honestly, wellicht zou ik zelf ook zoiets antwoorden als iemand mij vertelde dat ze zwanger was van een tweeling, want tja, het zál ook gewoon echt zwaar worden, hé? Normaal dat dat ook effectief uitgesproken wordt, denk ik dan. Er waren zelfs enkele mensen die vroegen ‘of we daar iets speciaals voor hadden gedaan’. Bij een tweeling denkt iedereen heel vaak meteen aan een vruchtbaarheidsbehandeling, maar dat was dus niet het geval. Onze meisjes zijn ook niet twee-eiig, wat je bij vruchtbaarheidsbehandelingen wel vaker ziet. Maar goed, op die vraag had ik dus altijd zin om te antwoorden: ‘Wel ja, ik wou heel graag een tweeling, dus we hadden telkens twee keer na elkaar seks en daarna ging ik een kwartier in handenstand staan.’ Haha! Anderen zeiden dan weer dat ze jaloers waren en dat ze zelf altijd een tweeling hadden gewild. Voor die groep mensen heb ik maar één boodschap: ‘You’re crazy.’ Haha! Nee, echt. Vroeger, toen Elliot er nog niet was, zei ik ook dat ik een tweeling wel zag zitten. Dan was ik er in één keer vanaf. Maar eens Elliot geboren werd,  zag ik in dat ik echt geen tweeling zou willen. En als ik er dan toch een zou ‘moeten’ krijgen, dan liefst geen eeneiige. En als het dan toch een eeneiige ‘moest’ zijn, dan liefst geen twee meisjes. Zot, hé? Precies een voorgevoel. :)

meisjes

En zo kom ik eigenlijk bij de nabeschouwing, de ‘Hoe zou het nog zijn met… die van Huizeke Sluizeken die een tweeling kregen?’ Wel ja, het is zwaar, hé. We zien onze dochters belachelijk graag, we zouden hen voor geen geld ter wereld meer willen missen, maar het is verdorie hard. Ik zou niet zeggen dat ik op een grijze wolk zit, maar echt suikerroze is ze toch ook niet. Misschien een heel licht poederroos? Fysiek is alles hier a-okay. Ik ben supergoed hersteld, heb van bijna niets nog last, maar mentaal is het een ware uitputtingsslag, vind ik. En da’s ook een beetje de reden dat ik deze post wou schrijven. Ik begon mij de laatste weken te realiseren dat het voor diegenen die mij volgen op Facebook of Instagram vast lijkt alsof wij echt keihard aan ‘t genieten zijn van onze kindjes, alsof alles van een leien dakje loopt en alsof we the dream aan het liven zijn. Maar zo voelt het niet. Dus elke keer als ik een mierzoete foto van een van de kindjes postte, voelde ik me alsof ik de boel aan het bedriegen was. Alsof ik de schone schijn wou ophouden.

Net zoals veel kersverse moeders ben ik ondertussen (want bij mij moet dat gevoel altijd een beetje rijpen, nog zo’n taboe) smoorverliefd op mijn dochters, net zoals ik dat indertijd was op Elliot. En dus gooi ik quasi dagelijks fotootjes van hen op het wereldwijde web. Maar hoe verliefd ik ook ben, toch is het zwaar. Na Elliots geboorte leerde ik het Natuurlijk Ouderschap kennen en als je doordrongen bent van het feit dat je je kind niet wil laten huilen en zo veel mogelijk tegemoet wil komen aan zijn/haar behoeften, dan hoef ik er geen tekeningetje bij te maken dat een tweeling krijgen een extra uitdaging is, hé? De meisjes huilen veel vaker dan ik zou willen en dat is niet omdat ze huilbaby’s zijn, maar simpelweg omdat ik nu eenmaal maar één persoon met twee handen ben. En hoewel we tijdens de zwangerschap zeiden dat we voor elk kind een arm hadden (en dan nog een arm over hadden), heb je voor zulke mini’s 2 handen voor 1 baby nodig. En dat betekent dus dat ik 2 handen te weinig heb. En dan reken ik Elliot nog niet mee, die uiteraard ook aandacht wil… Ik voel mij elke dag tekortschieten, omdat ik één baby aan ‘t voeden ben en de andere plots wakker wordt en ook begint te huilen en dan moet wachten. Omdat ze soms allebei moeite hebben om in slaap te vallen en het steeds moeilijker wordt om ze tegelijkertijd te troosten en in slaap te wiegen (want in ‘t begin waren ze écht mini en konden ze met gemak allebei op mijn borst liggen en zo in slaap vallen). Omdat ik Elliot 20 keer op een dag moet zeggen dat hij eventjes moet wachten want dat ik met de zusjes bezig ben. Omdat de zusjes aan het wenen zijn omdat Elliot aandacht nodig heeft. Elke dag voel ik mij falen omdat ik voel dat ik het zelf niet klaargespeeld krijg en het uitgerekend dat is dat ik zou willen: op mijn eentje voor onze kindjes zorgen zonder dat ik hulp moet vragen aan anderen. Klaas gaat overdag uiteraard werken, maar gelukkig wonen we nu bij mijn ouders omdat we later dit jaar gaan bouwen. Maar binnenkort is ook hun verlof voorbij en dan sta ik er weer alleen voor. En dat jaagt mij angst aan, want doe ik mijn meisjes niet tekort? Ben ik wel goed genoeg en zorg ik wel goed genoeg voor hen? Voelen ze zich geliefd in plaats van verwaarloosd? Is Elliot nog wel gelukkig? Allemaal gedachtes waarvan ik weet dat ze irrationeel zijn, maar toch… Moeder worden doet wat met een vrouw, hé?

drie

Een belachelijke lange post die eigenlijk heel kort kan samengevat worden: ik hou even hard van mijn meisjes als ik tijdens de zwangerschap had verwacht, maar het is ook precies even zwaar als ik had verwacht. En zo denk ik tegenwoordig elke dag vol heimwee terug aan hoe gemakkelijk het was toen Elliot een baby was en ik maar voor 1 kindje moest zorgen. En dat ik dat toen ook vaak zwaar vond en dat alles blijkbaar relatief is. This too shall pass. Allechance dat ze zo schattig en mooi zijn, die kinders van ons. :)

Over ons sterretje

Ik wou hier al 3 maanden geleden over schrijven. Ik deed dat ook, maar publiceerde het niet omdat iedereen dan zou weten dat we voor een tweede kindje gingen. Nu we opnieuw dat kritieke eerste trimester voorbij zijn, is de tijd aangebroken om te delen wat al van in september door mijn hoofd spookt.

18/09/2015 – Mijn rationele kant speelt tikkertje met mijn emotionele kant. Ik zie ook wel in dat het beter is dat het in een vroeg stadium fout gaat dan dat je vol verwachting uitkijkt naar de echo op 12 weken en dan te horen krijgt dat je kindje een ernstige afwijking zal hebben. Maar toch ben ik triest, voel ik me alsof ik een groot verlies heb geleden. Het heeft een hele tijd geduurd voor ik opnieuw zwanger kon worden, want blijkbaar hoor ik bij the lucky few (en eigenlijk is dat echt zo, hé, want simpelweg geen cyclus hebben is nog altijd de handigste anticonceptie als je (nog) niet zwanger wil worden) die geen cyclus krijgen zolang ze nog regelmatig borstvoeding geven. Ik was al bijna 4 maanden gestopt met de pil en al een dikke maand aan het afbouwen toen ik vlak voor Elliots 17e vermaanddag merkte dat mijn lijf opnieuw ‘werkte’. Supergelukkig was ik. Opnieuw zwanger kunnen worden én ik had er niet eens volledig voor moeten afbouwen. Het heeft 5 maanden geduurd voor ik zwanger was van Elliot, maar ik hoopte dat het nu op 3 maanden zou lukken. We stonden versteld toen het al in de tweede ronde raak was. Op 14 september had ik een positieve zwangerschapstest in mijn handen. Helaas was ons geluk van korte duur.

Want gisteren verloor ik ons kindje. Een vruchtje eigenlijk, nog geen echt kindje. Maar toch voelt het aan als een echt verlies, een falen. Ik wist nog maar 3 dagen dat ik zwanger was, was net de 4 weken voorbij. Maar toch was ik al voorzichtig enthousiast. Op de onthaaldag van mijn nieuwe job was ik exact 4 weken ver. De dag erna, mijn eerste echte werkdag op mijn eigen kantoor, begon ik ‘s namiddags te bloeden. De zwangerschapstest die ik meteen deed toen ik thuiskwam was plots negatief. Ook de bloedtest van de dag ervoor, waarvan ik pas diezelfde avond de resultaten zou krijgen, bracht geen goed nieuws. Ongeveer een uur later verloor ik het vruchtje.

Nooit gedacht dat mij dat zou overkomen. En toch had ik de week ervoor, nog voor ik zelfs maar een vermoeden had dat ik zwanger zou kunnen zijn, nog gezegd tegen een van de januarimama’s dat ik precies het gevoel had dat ik eerst nog een miskraam zou ‘moeten’ krijgen voor het een plakkertje zou zijn. Heel vreemd. Ik had ook geen enkele reden om dat te denken, want ik was er nog nooit mee geconfronteerd geweest. Elliot was er ineens gewoon. Zonder eerst een miskraam te hebben. Ik vraag mij ook af of ons volgende geboren kindje zal aanvoelen als ons derde kind. Want nu voel ik me wel alsof ik ons tweede kindje verloren ben, zelfs al was het nog niet meer dan een klompje celletjes…

In mijn groepje zitten een aantal mama’s die ook ooit al een miskraam te verwerken kregen, en ook in mijn dichte familie zijn er geweest. Maar voor mij persoonlijk was het een ver-van-mijn-bedshow. En ‘t is pas eens het je zelf overkomt en je het schoorvoetend vertelt aan andere vrouwen dat de verhalen komen. Dat ze het ook al hebben meegemaakt. En hun moeders, grootmoeders, tantes, vriendinnen ook. Dat het bij minstens 1 op 10 zwangerschappen, gemerkt of ongemerkt, fout gaat.

En toch is dat precies een taboe. Toch wordt het onderwerp een beetje doodgezwegen, omdat het pijnlijk is voor zij die het verlies moeten dragen. En misschien ook omdat hun omgeving gewoon niet weet hoe er gereageerd moet worden. Vandaar dus dit blogbericht.

Ik verloor een kindje. Net zoals zo veel andere vrouwen. En ik heb verdriet. Net zoals zo veel andere vrouwen. En dat is ok.

De nieuwe zwangerschap heeft ervoor gezorgd dat ik mijn miskraam veel meer in perspectief heb kunnen plaatsen. De kindjes die nu onderweg zijn voelen gewoon aan als nummer 2 en 3 in plaats van 3 en 4. Achteraf bekeken, maar da’s natuurlijk persoonlijk, was het volgens mij niet zozeer het gevoel dat ik een kindje verloren had, maar wel de verwachting en het verlangen ernaar. Ik word niet meer emotioneel of down als ik eraan denk, maar dat betekent niet dat er nog steeds geen dag voorbijgaat dat dat klein sterretje mijn gedachten kruist…

kistje 1

kistje 2

Ik hou telkens kleine aandenkens bij doorheen de zwangerschap die ik dan verzamel in een herinneringenkoffertje. Dat begint standaard met mijn laatste pilstrip en mijn positieve zwangerschapstesten. Omdat het fout aanvoelde om die zomaar weg te gooien, heb ik een klein kistje gekocht en het geverfd en versierd met een sterretje. Heel eenvoudig, maar zo heb ik toch een plekje om die paar kleine dingetjes van ons sterretje bij te houden. Ik ga er nog een afdruk van deze blog en mijn eerste en enige buikfoto van die zwangerschap bij stoppen. Closure, zonder te vergeten.

Parijs

paris

Foto

Gisteren legden we Elliot in bed en besloten we samen nog naar een film te kijken. Hij was goed, en toen hij gedaan was, checkte ik nog even mijn gsm voor we gingen slapen. En Parijs was ontploft. We gingen pas anderhalf uur later slapen.

Toen we naar bed gingen, keek ik nog eens in Elliots bedje. Hij lag daar zo mooi. Ik haalde hem eruit en legde hem bij ons in bed. Hij bleef gewoon zalig slapen, draaide zich een beetje meer op zijn zij en nestelde zich lekker tegen zijn hoofdkussen. We hebben nog vijf minuten liggen kijken naar hem. Gewoon kijken, naar zijn onschuld. Ik snuffelde aan zijn handje, die zoete, plakkerige peutergeur. Ik kuste zijn handjes, wreef zijn haar nog eens opzij, gaf nog wat kusjes op zijn bolle wangetjes.

Dan deden we het licht uit. Slapen. Op naar een mooier morgen. Voor hem.

Zo gemakkelijk is het om ambtenaar te worden

Miljaar, zeg. Eindelijk. Het is zover. Ein-de-lijk. Ik heb werk. Voltijds, een vast contract, een échte job. Zei ik al ‘eindelijk’?

brief

Blijkbaar bestond bij een aantal van mijn lezers het idee dat ik thuisblijfmoeder was. Dat ik een bewuste keuze gemaakt had om thuis te blijven bij Elliot. Hoe graag ik ook zou willen dat dat een haalbare kaart was voor ons gezin, het is niet zo. Toen ik in 2011 afstudeerde, besloot ik het te proberen in ‘t onderwijs, “want ge weet toch nooit dat ik dat nog wel tof vind om te doen en dan is al die vakantie toch wel mooi meegenomen, hé?” Helaas was die vakantie het mij niet waard, want na amper één schooljaar voelde ik al dat leerkracht zijn niet mijn ding was. Ik besloot mij opnieuw te focussen op mijn andere droomjob (alhoewel velen het wellicht vreemd zullen vinden om dit een droomjob te noemen): ambtenaar worden bij een FOD. Ik begon via Selor weer te solliciteren voor alles waarvoor ik in aanmerking kwam. We zijn dan september 2012. De eerste job die uit de bus kwam was opniéuw een onderwijsjob. En met ons trouwfeest dat er in december aan zat te komen, besloot ik die voltijdse aanbieding te aanvaarden. De centen waren belangrijker. In een klap zorgde dat ervoor dat ik zowat voor niks anders meer kon solliciteren, want recht op sollicitatieverlof had ik niet, en mijn klassen zomaar “in toezicht steken”, dat was not done.

Ondertussen was het mei 2013 en werd ik zwanger. Er was een kans dat ik in september terug zou mogen keren naar school, maar ik bleef ook nog verder solliciteren bij de overheid gedurende de vakantie. Eind augustus bleek dat ik niet meer terug kon naar mijn vorige school en uiteraard was ik tegen dan bijna 20 weken ver en was een andere job vinden heel moeilijk. Ik bleef Selor op de voet volgen, maar deed ook andere sollicitaties, waaronder in de privé. Ik solliciteerde zelfs ook als verkoopster, op zoek naar een doodgewone job tot aan mijn zwangerschapsverlof. En bij elke sollicitatie zag ik de ogen van mijn interviewer afdwalen naar mijn buik (hoewel ik die tot een week of 26 nog kon verstoppen onder een goed gekozen blazer). Wanneer ik interimkantoren inlichtte over het feit dat ik 26 weken zwanger was en “of het bedrijf in kwestie daar geen probleem van zou maken”, hoorde ik hen aarzelen. Dat dat toch wel een belangrijk stuk informatie was. Dat het “misschien beter was om af te wachten en daarna opnieuw te solliciteren”. Juist, ja.

Ik beviel en ging in zwangerschapsverlof. Tijdens mijn zwangerschapsverlof deed ik nog een paar sollicitaties en begin mei 2014 was mijn “babyvakantie” officieel voorbij. Elliot had pas vanaf september een plaatsje bij de onthaalmoeder, dus de ideale situatie was dat ik thuis zou kunnen blijven tot dan. Maar toch, ik moest en zou solliciteren want er moest weer geld binnenkomen. Als ik werk vond, konden we voor Elliots opvang ook wel weer een oplossing vinden. Maar. ik. vond. dus. niks. Toen kreeg ik een mailtje om deel te nemen aan een opleiding in de banksector. Cursussen en workshops in september en oktober en een (miniem) betaalde stage in november en december. Ik greep die kans met beide handen en was 4 maanden bezig. Misschien zou ik daarna wel bij de bank kunnen beginnen? Die stage bleek totáál niet te zijn wat ik voor ogen had en het enige dat ik er bijleerde was dat de bank echt niets voor mij was. In september kwamen er wel interessante vacatures tevoorschijn op Selor. Op 1 september schreef ik me in voor een bepaalde selectie (er waren er veel meer, maar voor deze post is alleen deze selectie van belang). Omdat ik voor de eerste computertest nog vrijgesteld was, was het wachten op de tweede. Die legde ik af op 3 oktober. Toen ik daar ook voor geslaagd was, mocht ik naar het interview op 29 oktober. Omdat er zo veel sollicitanten waren, duurde het heel lang voor ik wist of ik voor dat interview geslaagd was. Bovendien moest mijn rangschikking ook goed genoeg zijn, want anders was ik er misschien wel door, maar zou ik toch geen job krijgen. Op 19 januari van dit jaar kreeg ik dan eindelijk het nieuws dat ik geslaagd was én in de laureatenlijst stond. Ondertussen had ik eind december ook al een mailtje gekregen dat ze voor diezelfde FOD nog mensen zochten voor een hoger niveau. Daar besloot ik ook voor te solliciteren, wat resulteerde in nog een interview op 11 februari. Op 16 maart hoorde ik dat ik er ook voor die selectie door was en in de laureatenlijst stond.

Toen dacht ik dat ik er was. De federale aanwervingsstop was wel nog van kracht, maar die zou eind maart hopelijk opgeheven worden, na het bespreken van de begroting. Eind maart came and went. Geen nieuws. Misschien door de paasvakantie? Ik richtte mij op eind april. Op 30 april werd bekendgemaakt dat de aanwervingsstop opgeheven zou worden. Nu zou mijn oproepingsbrief elk moment kunnen komen. Dacht ik. Op 12 mei kreeg ik een mailtje dat hoewel de stop inderdaad voorbij was, de FOD toch nog steeds geen nieuwe mensen kon aannemen. De ministerraad legde nog extra voorwaarden op voor de begroting en daar moest eerst aan voldaan worden vooraleer ze tot aanwerving konden overgaan. Geduld, geduld. Ik werd echt gek van onzekerheid. Wij hebben nog zo veel dromen, zo veel dingen die we nog willen verwezenlijken, maar alles valt of staat met die job die ik moet zien te bemachtigen. En nog liever vandaag dan morgen.

Ondertussen vreesde ik toch al een paar maanden dat die job er niet de eerste maanden zou komen. Ik ging naar interimkantoren en legde uit dat ik op zoek was naar tijdelijke opdrachten. Korte interims om de periode te overbruggen tot ik kon beginnen aan de FOD. Overal kreeg ik hetzelfde te horen. Voor een functie met optie vast wilden ze mij niet laten solliciteren omdat ik niet zou blijven. Voor korte opdrachten zou het moeilijk worden omdat ik niet de nodige ervaring of het juiste diploma heb. (Na 4 jaar unief is het voor mij inderdaad héél moeilijk om een simpele administratieve bureaujob uit te oefenen, of om rekken te vullen of aan de kassa van een winkel te staan. *insert roloog* Ik wil hier totaal niet neerbuigend overkomen, hé. Maar jobstudenten zijn er toch ook maar voor maximum 2 maanden en aan hen moet toch ook alles eerst geleerd worden? Waarom konden ze het mij dan niet leren?) Ik solliciteer bij vertaalbureaus, maar omdat ik enkel Engels in de aanbieding heb en mijn Zweeds verleerd ben, kom ik niet echt in aanmerking, want de pool van vertalers Engels is groot. Kan ik nu echt nergens aan de slag? Het gaat zelfs zo ver dat ik solliciteer bij 4 of 5 poetsbedrijven. Die mij vervolgens een vriendelijke mail terugsturen dat ze op basis van mijn diploma vinden dat ik eerst in die richting werk moet zoeken. Het beste van al was nog dat ze mij geen job konden aanbieden omdat ik niet over eigen vervoer beschikte. Want blijkbaar is er geen enkele poetsvrouw in België die met het openbaar vervoer of met de fiets gaat werken… Ik mocht wel bij één bedrijf op gesprek gaan, meteen bij de grote baas. Hij kon mij door mijn diploma geen job aanbieden, maar hij “wou mij toch eens gezien hebben, want dat was toch iets raars, een universitair die komt solliciteren als poetshulp”.

Half juli hoor ik geruchten dat de lijst waarop ik het eerst terechtkwam binnenkort geconsulteerd zou worden. Ik hoor echter niets over de tweede lijst. Ik trek mijn stoute schoenen aan en stuur op 17 juli een mailtje naar de dienst Wervingen. Die vertellen mij dat de lijst inderdaad geraadpleegd zal worden, maar dat ze er geen termijn op kunnen plakken. Op 23 juli krijg ik het jobaanbod voor de eerste lijst. Ik moet mijn keuzes (wat dienst en standplaats betreft) doorgeven tegen 31 juli. Ik doe het diezelfde dag nog. De dag erna krijg ik prompt nog een mailtje, dit keer voor de tweede lijst. Opnieuw krijg ik een jobaanbod en de vraag om mijn keuzes tegen 2 augustus door te geven. Opnieuw mail ik dezelfde dag nog terug. En toen was het weer wachten. Want al die sollicitanten moeten op de juiste plaats gezet worden. Ik krijg schrik, want ik hoor dat als de dienst Wervingen je niet op jouw gekozen standplaatsen kan zetten, je weer op de lijst belandt en je dus geen job krijgt, of toch niet op korte termijn. Het bange afwachten en de onzekerheid van de afgelopen maanden gaat verder.

En dan vandaag. Dé Dag. De dag die ongetwijfeld voor een van de grootste veranderingen van mijn leven zal zorgen. Van ons leven als gezin. Ik krijg mijn officiële oproepingsbrief. Ik mag starten op 16 september.

Van 1 september 2014 tot 16 september 2015.

Zó gemakkelijk is dat, ambtenaar worden.

Laat de flauwe mopjes maar komen. Ik kan ze wel aan. Ik ben gelukkig. :)

 

First World Problems

Argggghhhhh, sómmige dagen, hé. Op sommige dagen zou ik echt muilperen willen uitdelen.

Het begon allemaal deze morgen in mijn melkherberg toen ik naar de RVA moest bellen. Vorige week had ik immers een fijne oproepingsbrief gekregen waarin ik aangespoord werd om volgende maandag naar het regionale kantoor te gaan voor het bespreken van mijn inspanningen om werk te zoeken. Aangezien ik werk heb (en daar ging ik nog een enthousiaste post over schrijven eens het officieel was, maar kijk, ge weet het nu zo, hé. En nu hopen dat ik het niet gejinxt heb…) en nu enkel nog op de brief wacht die mij vertelt waar en wanneer ik mag beginnen, hoopte ik dat gesprek te mogen overslaan. Helaas, no such luck. Ik mag wel de mail meebrengen waarin staat dat ik mag beginnen en dan “geldt dat zeker als een bewijs van uw inspanningen”, maar ja, langsgaan zal toch moeten. Zelfs al kan ik waarschijnlijk 2 weken na het gesprek beginnen. *fingers crossed*

Daarna ging ik de propere was uit de wasmachine in de droogkast laden om dan te ontdekken dat een nieuwe trui van Klaas roze afgegaan was (ja echt, roze!) op een van mijn wit-met-grote-kleurrijke-bloemen bloesjes. Ik was vergeten dat die trui nog niet gewassen was. Hopelijk krijg ik dat nog goed.

Toen ging ik de post uit de brievenbus halen. Het regende. Een bestelwagen passeerde en vond het niet nodig om de plas naast mijn brievenbus te ontwijken. Dus nu zit ik hier onder een dekentje in mijn onderbroek te bloggen terwijl mijn broek hangt te drogen.

En dan zat er in de brievenbus nog een briefje van de postbode. Dat ik niet thuis was en ik mijn pakje in het postkantoor kan afhalen. KWASKIKWELTHUIS. Aaarrrghhhh, die postbode. Die verdient de Muilpeer Van De Dag. Vorige week exact hetzelfde liedje: ik was gewoon thuis, net zoals vandaag, en toch zat er zo’n briefje in de post. Mocht ik ook naar het postkantoor lopen om ocharme 3 nieuwe tutjes voor Elliot te gaan ophalen. Vandaag was het een nieuwe handtas uit de Veritas. De rits van mijn oude tas heeft het na 3 jaar begeven. Ik duidde expres thuislevering aan zodat ik na de werkuren niet tot in het centrum zou moeten met de auto, want in de regen ga ik niet met de fiets ze! En nu mag ik toch nog naar het postkantoor in ‘t centrum rijden, hé. Ugh. Ik denk dat onze eigen postbode in verlof is en er nu een vervanger zijn rondes doet. Ik ga het vragen. En mijn ongenoegen uiten. Koeltjes hé. Maar toch. En vragen of ze mijn verzending dan ook gaan terugbetalen, als ze de levering toch niet uitvoeren. De verzending van die handtas was wel gratis, maar dat moeten zij niet weten, hé?

Allechance bracht de koerierdienst toch ook nog iets tofs vandaag, dus er is wel een lichtpuntje:lampDenk allemaal eens aan mij morgen, als ik ga zagen in het postkantoor!