Die keer dat ik boem patat weer een giechelende bakvis werd
Eergisteren vertelde een vriendin mij dat Alexander Skarsgård gisterenavond naar het Filmfestival in Gent zou komen. Alexander wie? Awel, die blonde Vikinggod/vampier uit True Blood. Onder andere. Ik ben daar stiekem niet zo stiekem nogal verliefd op en wou dus keigraag gaan. Klaas moest die avond weg, dus sprak ik af met nog een andere vriendin dat ik zelf tot bij haar zou komen en dat we dan samen naar de cinema konden gaan.
Helaas kon zij op ‘t laatste moment niet meer en moest ik alleen gaan. Ik vroeg aan mijn ouders of het ok was dat Elliot een tweetal uurtjes bij hen bleef, snoepte ondertussen ook de auto van mijn moeder af (want ja, Klaas was weg met de onze) en ik was weg. Ik denk dat ik iets na 18u30 ben aangekomen en dan ongeveer een uur heb staan wachten. Maar het was het zooooo waard. Hij signeerde mijn boek (het eerste uit de reeks waarop de televisieserie gebaseerd is) en poseerde voor een foto. Liiieeefff.
Wat een hot piece of man candy. Damn. Toen hij uit de auto stapte begon ik weer te bibberen, blozen en beven zoals toen ik op vijftienjarige leeftijd mijn favoriete groepjes enzo ontmoette. Echt. Giechelen en al. En een plakmond krijgen omdat ik ineens niet genoeg speeksel meer had. Echt heel bizar. Je zou net het omgekeerde verwachten. Soit. Ik ben echt supergelukkig! Nu moet ik alleen nog Tom Hanks ontmoeten en dan zijn mijn 3 levensdoelen (het andere was een gezin stichten) verwezenlijkt! Dat gaat lukken, ik voel het.