Wat ben ik slecht bezig geweest de afgelopen maanden. Ik ga sowieso geen 30 boeken gelezen hebben tegen het einde van het jaar, want de teller staat nu nog maar op 12. Na het verliefd worden op Een klein leven en het vliegensvlug uitlezen van 13 reasons why las ik een boek waar ik me heb doorgeworsteld omdat ik moest van mezelf, stootte ik opnieuw op een pareltje, begon ik in een boek waarin ik aan de unief niet door was geraakt en dat nu weer onoverkomelijk lijkt én las ik tussen de soep en de patatten een héél dun boekje.
Wil – Jeroen Olyslaegers
Het is oorlog. Antwerpen wordt bezet door geweld en wantrouwen. Wilfried Wils acht zichzelf een dichter in wording, maar moet tegelijk zien te overleven als hulpagent. De mooie Yvette wordt verliefd op hem en haar broer Lode is een waaghals die zijn nek uitsteekt voor joden.
Wilfrieds artistieke mentor, Nijdig Baardje, wil juist alle joden vernietigen. Onbehaaglijk laverend tussen twee werelden, probeert Wilfried te overleven terwijl de jacht op de joden onverminderd verdergaat. Jaren later vertelt hij zijn verhaal aan een van zijn nakomelingen.
Alom bejubeld, lovende kritieken, 37.000 sterren van jan en alleman. Toen mijn collega er tenslotte ook immens positief over was en mij prompt zijn exemplaar uitleende, sprong ik mee op de bandwagon. Om er vervolgens weer keihard af te donderen. Ik voelde het gewoon niet. Ik heb doorgelezen uit plichtsbesef en omdat ik nooit een boek niét uitlees, maar ervan genieten heb ik niet gedaan. Het verhaal kon me eigenlijk helemaal niet boeien (nochtans speelt het zich af in den oorlog, iets wat ik normaal heel graag lees) en ook het taalgebruik stoorde me enorm. Heel veel ‘gij’ en ‘ge’, dialect en platte conversaties, maar op hetzelfde moment ook een heel bombastische, pompeuze vertelstijl. Ik merk dat dat ontzettend Vlaams taalgebruik mij niet ligt, meer zelfs: dat ik het ambetant om lezen vind. Misschien moet ik concluderen dat de Vlaamsche Roman niet aan mij besteed is? Voor één ding was het wel goed: ik kon er puntje 7, een boek gepubliceerd in 2017, mee afstrepen.
Woesten – Kris Van Steenberge
Woesten brengt ons naar de Vlaamse klei, waar de negentiende eeuw ten einde loopt. In het dorp treedt Elisabeth, dochter van de smid, in de echt met de jonge arts Guillaime Duponselle. Het zal geen gelukkig huwelijk worden. Als Elisabeth acht maanden later van een tweeling bevalt, blijkt de eerstgeborene een prachtige zoon, Valentijn. Het tweede kind is zo mismaakt dat Guillaume weigert hem een naam te geven. Toch blijft Nameloos in leven. Omdat hij vader en dorpelingen doet huiveren, gaat Nameloos gesluierd door het leven.
Dan doet de Eerste Wereldoorlog zijn intrede.
Woesten vertelt het broeierige verhaal vol dorpsgefluister achtereenvolgens vanuit Elisabeth, Guillaume, Valentijn en Nameloos. Voor alle vier pakt de toekomst anders uit dan verwacht.
Deze stond al heel lang op mijn verlanglijstje. In mijn boekenkast lag hij al enkele jaren, maar het was pas door de net opgerichte leesclub van onze plaatselijke Femma dat ik dit boek eindelijk ter hand nam. Toevallig kon het ook dienen voor puntje 10, een boek met een titel die bestaat uit één woord. Het moet lukken dat dit verhaal opnieuw draait rond een tweeling waar iets vreselijks mee gebeurt/aan de hand is. Ik weet toch niet hoe dat komt ze, die boeken vinden mij precies sinds ik bevallen ben van onze miekes. Soit. Mijn moedergevoel vond dat weer een heel zware roman, een tweeling waarvan de ene zo misvormd is dat hij van zijn vader zelfs geen naam krijgt en dus als Nameloos door het leven gaat. In de leesclub trok ik een beetje van leer tegen Elisabeth, de moeder van Nameloos en Valentijn, want wat voor moeder zijt ge als ge niet ingaat tegen uw man en uw zoon (op zijn minst achter ’t gat van vader) tóch een mooie naam geeft? Maar bon, zoals ze in de leesclub al zeiden moeten we dat inderdaad kaderen in de tijd waarin het verhaal zich afspeelt, ergens aan het begin van de twintigste eeuw. Maar dan nog, jong. Héél graag gelezen, ik zou ‘m aanraden aan anderen.
Waarvan wij droomden – Julie Otsuka
Waarvan wij droomden vertelt het verhaal van een groep jonge vrouwen die bijna een eeuw geleden als picture brides per schip van Japan naar San Francisco werd gebracht.
De slopende boottocht verbindt de vrouwen in zowel ervaring als verwachting. De onzekerheid over hun leven in Amerika geeft hun een collectieve stem, een gezamenlijke identiteit. Vanaf hun aankomst in Californië zullen ze alleen zijn in een totaal vreemde wereld. Daar ontmoeten ze hun mannen, die vreemdelingen voor hen zijn, baren ze kinderen die Amerikaans zullen zijn, en moeten ze zich redden in een taal die ze niet spreken. En juist als ze zich na jaren thuis beginnen te voelen in Amerika volgt de aanval van Japan op Pearl Harbour.
Nog eentje dat ik las voor de leesclub en dat ook paste in de Verbeelding Book Challenge, namelijk punt 2 (een boek met minder dan 200 pagina’s). Over dit boek heb ik gemengde gevoelens en ik weet eigenlijk nog steeds niet goed wat ik er nu precies van vond. Het verhaal dat verteld wordt is een zwarte pagina uit de Amerikaanse geschiedenis en ik wist hélemaal niet dat er ooit hele boten vol Japanse vrouwen onder valse voorwendselen naar Amerika gebracht werden om daar te trouwen en als goedkope werkkracht op de velden gebruikt te worden. En ik wist al zeker niet dat ze na Pearl Harbor allemaal in kampen op Amerikaans grondgebied gestopt werden en velen dat niet overleefden. Qua bewustwording en bijspijkeren van mijn algemene kennis zat dit boek dus zeker snor. Maar wat in het begin voor mij een aangename verandering was, namelijk de collectieve ‘wij’ die steevast gebruikt wordt in plaats van een ik-figuur, werd al snel wat monotoon én zorgde ervoor dat ik persoonlijk weinig verbinding voelde met het lot van de Japanse vrouwen, omdat ik mij niet zomaar één hoofdpersoon kon voorstellen. De vrouwen gaan op in de anonimiteit en worden onzichtbaar gemaakt, zoals dat ook in het echt het geval was. Heel meta dus. Toch veel bewondering voor de literaire technieken in dit dunne boekje, maar of ik het nu zou aanraden aan anderen? Hm, ik weet het niet goed.
Mijn lijstje ziet er ondertussen zo uit:
- Een boek met meer dan 700 pagina’s (ieder jaar een beetje meer) Een klein leven – Hanya Yanagihara
- Een boek met minder dan 200 pagina’s (om het voorgaande puntje te compenseren) Waarvan wij droomden – Julie Otsuka
- Een boek geschreven door meerdere auteurs
- Een boek geschreven door iemand die jonger is dan jou
- Een boek waarvan er wereldwijd minstens 100.000 exemplaren werden verkocht
- Een self published boek (een boek dat niet werd uitgegeven bij een grote uitgeverij, maar zelf door de auteur werd uitgegeven. Ik heb nooit gezegd dat deze challenge makkelijk ging zijn. )
- Een boek gepubliceerd in 2017 Wil – Jeroen Olyslaegers
- Een boek geschreven door een celebrity (filmster, muzikant,…)
- Een boek met een titel die meer dan vier woorden telt (want er gaat niets boven een boek met een lange titel)
- Een boek met een titel die bestaat uit één woord Woesten – Kris Van Steenberge
- Een boek met een kleur in de titel
- Een boek met een nummer in de titel 13 reasons why – Jay Asher
- Een boek met een illustratie op de cover The Miniaturist – Jessie Burton
- Een non-fictie boek Effectief communiceren met kinderen – Adele Faber & Elaine Mazlish
- Een boek over boeken of waarin boeken een belangrijke rol spelen
- Een boek over reizen of waarin een reis een belangrijke rol speelt (roadtrip, wandeltocht,…)
- Een boek over muziek of waarin muziek een belangrijke rol speelt
- Een boek waarin één van de seizoenen centraal staat IJstweeling– S. K. Tremayne
- Een boek waarin meerdere generaties van één familie aan bod komen
- Een boek gepubliceerd voor je geboren werd Pride and Prejudice – Jane Austen
- Een boek dat je al een keertje las
- Een ver-van-je-bed-boek oftewel een boek dat zich aan de andere kant van de wereld afspeelt Ik ontsnapte uit Auschwitz – Rudolf Vrba
- Een boek dat zich afspeelt in een land waar je al een keertje op reis bent geweest
- Een boek uit de bibliotheek
- Een boek dat je leende van een vriend(in) of een mede Verbeelding Book Club lid Het smelt– Lize Spit
- Een boek met een vleugje magie erin (full on fantasy of magisch realisme)
- Een boek dat je ooit op school moest lezen om te zien wat je er nu van denkt of om het eindelijk te lezen omdat je het toen niet las
- Een boek dat iedereen en z’n moeder al heeft gelezen, behalve jij Het meisje in de trein– Paula Hawkins
- Een boek dat ergens ter wereld op de verbannen lijst staat
- Een eerste deel in een reeks
En nu ga ik efkes verder spartelen in het boek dat ik al voor de tweede keer een kans geef.
Weten wat ik eerder dit jaar al las? Hier zijn mijn overzichtjes van februari, maart, april, mei en juni.
‘Blindelings’ van Kris van Steenberge is ook keihard de moeite!
Daar hoorde ik ook al van, maar de flaptekst zegt me precies weinig. Allez, ‘t is te zeggen, ik kan me niet goed een beeld vormen van waarover het precies gaat.
Wil staat hier ook nog op het verlanglijstje, net als Woesten. Maar ergens heb ik er ook wel beetje bang voor want zeker Wil werd alom bejubeld en meestal vind ik die boeken dan net niet zo fantastisch als de rest van lezend Vlaanderen.
Bij mij wisselt dat een beetje. :) Het smelt vond ik ook zo dubbel. Enerzijds wel goed, maar anderzijds zo gehypet dat ik niet goed weet of ik het nu echt zó goed vond…